Bufferreserve
We hebben een zogenaamde bufferreserve gronden ter dekking van onvoorzienbare risico’s (conjuncturele- en marktrisico’s). Deze bufferreserve wordt ook ingezet om voorzieningen op te bouwen als blijkt dat een risico zich voordoet en leidt tot een verwacht verlies. De hoogte van de bufferreserve bedraagt per 1-1-2021 € 1.934.000. We bepalen bij de begroting en de rekening de wenselijke hoogte opnieuw. Deze bepalen we aan de hand van de mogelijke risico’s van de gronden in het grondbedrijf, de zogenaamde ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ (NIEGG) en de overige strategische bezittingen.
In de loop van het begrotingsjaar 2021 wordt € 130.000 ten laste van de bufferreserve gronden gebracht. Dit betreft kosten van een stedenbouwkundige en kosten voor een onderzoek inbreidingsmogelijkheden. Zie verder hiervoor de toelichting op de bestuurlijke bestedingsvoorstellen.
Voor 2021 is het risico ingeschat op € 1.910.000. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement is deze inschatting onderbouwd (zie hiervoor de risico's 1 en 6). De bufferreserve is iets hoger dan het berekende risico. Gelet op lopende ontwikkelingen stellen wij voor de bufferreserve op het huidige niveau te laten. De bufferreserve gronden wordt, indien noodzakelijk, gevoed uit winstnemingen van het grondbedrijf.
Voorzieningen
We vormen voorzieningen wanneer bij een bestemmingsplan aan het eind van de looptijd een verlies wordt verwacht. Bij de jaarrekening berekenen we of de opgebouwde voorzieningen moeten worden aangepast en of we nieuwe voorzieningen moeten opbouwen. De voorzieningen worden gevoed door winstnemingen uit het grondbedrijf. Wanneer de winstneming ontoereikend is om de voorzieningen aan te vullen, doen we een beroep op de bufferreserve.