Wat mag het kosten?

Ontwikkelingen in budgetten

In dit onderdeel geven we een beschrijving van de financiële ontwikkelingen van het thema Onze inwoners.

Toelichting budgetten Sociaal Domein begroting 2021

Jeugdhulp (taakvelden 6.72 en 6.82)
Op dit moment zien we binnen de jeugdhulp enkele ontwikkelingen die gevolgen kunnen hebben voor de kosten van 2021. Deze ontwikkelingen zijn puntsgewijs:
1. De omzet van de grotere vijf aanbieders is in 2020 beperkt toegenomen, echter blijven zij regionaal vooralsnog binnen de budgetplafonds;
2. Stijging in 2020 van het aantal hoog specialistische casussen met de duurste zorg, deze uitgaven lopen deels door in 2021;
3. Extra eenmalige meerkosten door corona. Deze worden naar verwachting gecompenseerd door het Rijk;
4. De tarieven van GI’s (gecertificeerde instellingen) zijn gestegen met 15,6% met terugwerkende kracht per 1 januari 2020.
5. De uitwerking van de nieuwe aanbesteding jeugd in 2020 zal pas in de loop van 2021 te constateren zijn. Verwachting is wel een financieel voordeel bij gelijke zorgconsumptie.
6. Intensievere samenwerking met andere gemeenten in de jeugdhulpregio vraagt meer ambtelijke inzet.

Al met al stellen we niet voor om het jeugdbudget in 2021 aan te passen, omdat de effecten gedeeltelijk incidenteel zijn en we willen beter inzichtelijk hebben hoe de nieuwe aanbesteding zich ontwikkelt. Ook blijven de uitgangspunten om de kosten te bewaken die zijn aangegeven in de begroting 2020 van toepassing:
1. Monitoren van het nieuwe inkoopmodel;
2. Te investeren in praktijkondersteuners van huisartsen die voorkomen dat de huisarts teveel verwijst naar (dure) jeugdhulp;
3. Beter te controleren op de declaraties die binnenkomen van jeugdhulpaanbieders;
4. Stappen te zetten om meer jeugdhulp te ‘normaliseren’.

Wmo (taakvelden 6.6, 6.71 en 6.81)
Op dit moment zien we de volgende ontwikkelingen binnen de Wmo in 2020:
1. De eigen bijdrage die de gemeente ontvangt is door de invoering van het abonnementstarief flink gedaald. Hiervoor hebben we in de begroting 2020 het budget  met € 150.000 verhoogd;
2. Extra eenmalige meerkosten door corona. Deze worden naar verwachting gecompenseerd door het Rijk;
3. De vergrijzing draagt mogelijk bij aan de brede toename van kosten bij de Wmo;
4. De aanbesteding van Wmo-begeleiding en participatie wordt in 2021 afgerond en geïmplementeerd. Verwachting is dat er een financieel voordeel zal plaatsvinden bij gelijke zorgconsumptie;
5. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd met 2%;
6. Verhoogde uitstroom van beschermd wonen leidt mogelijk tot meer en hogere Wmo-begeleiding indicaties.

In afwachting van de afronding van de inkoop is het voorstel het budget van Wmo-begeleiding in 2021 incidenteel met € 200.000 te verhogen. De overige budgetten van de Wmo passen we niet aan, omdat de effecten gedeeltelijk incidenteel zijn en we willen beter inzichtelijk hebben hoe de uitwerking is van het nieuwe inkoopmodel van de Wmo-begeleiding zich ontwikkelt.

Bijstand (onderdeel taakveld 6.3)
In september 2020 is het aantal bijstandsgerechtigden sinds 1 januari 2020 met 28 huishoudens (6,3%) gestegen. Dat is een beperkte stijging als je kijkt naar de landelijke ontwikkelingen als gevolg van corona. In het najaar wordt de bijstelling van het BUIG-budget bekendgemaakt. Hieruit worden de kosten voor bijstand bekostigd. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat dit budget door corona verhoogd zal worden. Wij stellen daarom het budget niet verder bij.

Stichting Sociale teams Borger-Odoorn (onderdeel taakveld 6.2)
In de Kadernota 2021 hebben we de raming van de stichting Sociale teams Borger-Odoorn naar € 2,7 miljoen in 2021 en de meerjarenbegroting geïndexeerd. Op dit moment gaan we ervan uit dat dit voldoende budget is voor de komende jaren. Indien er ontwikkelingen zijn die leiden tot knelpunten in het budget, zullen we u daarover informeren.

Begrote baten en lasten

Hieronder geven we de begrote baten en lasten per taakveld weer. De cijfers van de rekening 2019 zijn conform de vastgestelde rekening 2019. De cijfers van de begroting 2020 zijn conform de cijfers van de Bestuursrapportage 2020-I, aangevuld met de budgetten van ‘nog uit te voeren werken' en enkele administratieve begrotingswijzigingen. De cijfers van de begroting 2021 zijn zoals de begroting 2021 is opgesteld.